Tijd om met je gedachten aan de gang te gaan?

Het Gedachten Analyse Programma is een hulpmiddel om met je gedachten aan de gang te gaan. Niet alle gedachten, want dat zijn er veel te veel. Wij hebben ontdekt dat drie soorten gedachten, drie kerngedachten, invloed hebben op de gedachtepatronen.

Je kunt het vergelijken met een trein die een wissel tegenkomt

De wissel bepaalt de richting van de trein. Een kerngedachte bepaalt de richting van jouw gedachtepatroon. De herkenning van een kerngedachte onderbreekt dat gedachtepatroon. Daarmee heb je een mogelijkheid om meer grip op je gedachten te krijgen. 

Als kind heb je geleerd hoe je moet denken

Van jouw ouder(s) en andere mensen uit jouw omgeving. Net zoals wij het onze kinderen weer leren. Met de ontdekking van het speelveld van ons denken, wat aangeeft wat we wel en wat we niet kunnen weten, maakte het voor ons duidelijk dat er een fout zit in hoe wij mensen denken. De fout die wij weer doorgeven aan onze kinderen. Een fout die jou tegenhoudt om verder te groeien, je verder te ontwikkelen.

Je hebt niet geleerd om de grenzen te herkennen die wij als mens met ons denken hebben

Daardoor schieten je gedachten alle kanten op. Wanneer jij denkt ben jij je niet bewust van die grenzen en dat speelt een rol bij piekeren, stress, burn-out, veel angsten, onzekerheid, verlegenheid, identiteit, en is van invloed op stemmingen. Het veroorzaakt onnodig veel denken.

Je denken leidt een eigen leven, zonder dat jij daar grip op hebt

Deze nieuwe manier geeft je de mogelijkheid om hier verandering in te brengen en je manier van denken aanzienlijk te verbeteren. Je maakt kennis met het speelveld van je denken en zes kerngedachten. Met de kennis hiervan kun je jouw denkpatronen doorbreken en je als mens verder ontwikkelen. Dan kun je ervaren dat er meer mogelijk is.

 

De stem in mijn hoofd en mijn brein

In mijn hoofd zit een stem die praat. Is dat denken? Het is net een rivier die maar doorgaat en soms zijn eigen route kiest. Een rivier van gedachten. Ik wil ergens helemaal niet aan denken en dan gebeurt het toch. De toekomst, een fictie in je hoofd. Het gaat maar door en het stopt maar niet. Of stop ik niet?

Maar wie ben ik dan? Ben ik die stem in mijn hoofd. Is dat mijn kern? Is dat wat er overblijft als ik er niet meer ben? Dat betekent tot in de eeuwigheid mezelf steeds weer afvragen waarom ik hier ben, of mezelf afvragen waarom ik nu daar ben?

Maar boven die rivier van mijn denken daar zweeft een wolk en soms zit ik op die wolk. Dan, even, is er overzicht. Dan staat de rivier van gedachten stil. Op die wolk zegt een stem, die ik ook herken als mijn stem,: waar ben je nu mee bezig? Allemaal niet te beantwoorden vragen. Dat weet je toch.

Op die wolk, die altijd maar met de rivier meegaat, ben ik mijn stem. Op die wolk werkt het heel anders. Daar stel ik een vraag en uit mijn geheugen komt het antwoord. O ja, zeg ik dan. Vervolgens zit ik weer in die rivier van gedachten en neem het antwoord mee. Weer terug op die wolk los ik een puzzel op, het antwoord neem ik weer mee naar de rivier van mijn gedachten. De posities van mijn stem en mijn brein.

Bij mij werkt het zo, zeg ik af en toe, hoe werkt dat bij jou, vroeg ik aan mensen.

In eerste instantie is dat bedoeld om zo snel mogelijk tot de kern te komen en de aanpak vast te stellen. In tweede instantie denk ik er later over na.

Zij vertellen mij wat ze denken en hoe ze denken en zonder specifiek te worden ga ik patronen ontwarren bij mensen. Patronen die ik deel.

Mensen die vreselijk opzien tegen een bericht, een beoordeling, een situatie die verandert. Er niet van kunnen slapen, zichzelf ook lichamelijk slopen. Twee weken later zie ik ze weer. Soms en eigenlijk meestal is het erg meegevallen en ze kijken je aan met een blik van, waar heb je het over? Alleen nog maar bezig met het feit dat het goed is afgelopen. Vergeten, of misschien wel verdrongen zijn de angsten, de paniek.

Er zit iets niet goed in ons denken, zeg ik dan. Ze knikken. Tja, dat is niet goed hè, is de reactie.

Het is hetzelfde patroon wat ik ook bij mezelf heb ontdekt. Dat is weer voorbij, we gaan nu verder.

De stem waar ik mee denk zegt, we denken niet goed en dat is de oorzaak van veel geestelijke ellende. Mijn brein zegt, we gaan nu weer verder.

Ik luister naar mensen en hoor de toekomstgerichte overtuigingen. Eén van de zes kerngedachten. Ik hoor iemand iets zeker te weten over iets wat in de toekomst plaats moet vinden.

Hoe weet je dat? Vraag ik soms.

Ja, dat weet ik niet, dat denk ik, is soms het antwoord.

Maar zo zag het er net niet uit. Het zag eruit als zeker weten. Soms hoor ik die woorden ook letterlijk, ondersteund door allerlei gebaren.

Op die wolk denk ik, ik kan niet weten wat de toekomst brengt en ik ga terug naar de rivier. Ik hoop maar dat ik het kan onthouden.

We kunnen vooruit denken

Waarschijnlijk, want echt weten kunnen we het niet, lijkt het erop dat de mens één van de weinige wezens op aarde is die vooruit kan denken.

Dieren hebben instincten die hen waarschuwen voor gevaar. Het lijkt erop dat wij dat onderdrukt hebben met ons denken.

Het zijn de woorden, de gedachten en daarmee het benoemen en ordenen die het grote verschil lijken te zijn met de dieren om ons heen. Wij zijn in staat om te leren van het verleden. Anders dan de gnoes die elke jaar, en dat al miljoenen jaren lang, bij dezelfde rivier worden opgewacht door de krokodillen. En elk jaar nemen ze precies dezelfde route en storten zich massaal in het water. De dolfijnen die luchtbellen in zee blazen waardoor de school haring uit elkaar gaat en zo een haalbaar prooi worden. Het zal ons niet zo vaak overkomen. Wij mensen weten op een gegeven ogenblik wel wat daar bij die rivier en in de zee gaat gebeuren. Wij kunnen vooruit denken en hebben herinneringen. We kunnen dus ook terugdenken.

Geen wonder dat we ons superieur voelen ten opzicht van de dieren en ons ook daarnaar gedragen.

Met uitzondering van wat virussen, bacteriën en stafylokokken, zijn wij de baas en hebben geen vijanden meer. Geen dier kan tegen ons op.

Maar ja, net als ratten in gevangenschap keren we ons dan maar tegen elkaar en alsof dat nog niet genoeg is ook tegen onszelf. Dat tegen elkaar keren, kun je als eenling weinig aan doen. Tegen onszelf keren wel. Dat heeft alles met onze manier van denken te maken.

Het verleden is voorbij. Het enige wat je er nog mee kunt is ervan leren. De toekomst moet nog komen. We leven dus in het nu. Het klinkt als kreten, terwijl het bedoeld is als de omschrijving van de werkelijkheid. Een werkelijkheid die wij maar moeilijk kunnen pakken.

We kunnen vooruit denken. Het grootste goed van de mens en tegelijkertijd de grootste oorzaak van het lijden. Als ik ‘niet goed’ ben heeft dat bijna altijd te maken met het feit dat ik vooruit denk. Geen verwachtingen, zeg ik tegen mezelf. Ik weet met mijn verstand de verwoestende werking van verwachtingen. Of, het is een negatieve verwachting en kom ik erachter dat ik mij een tijd onnodig druk of zorgen heb gemaakt, of het is een leuke verwachting en pakt het toch anders uit. Dan komt de teleurstelling. Het is nu minder, veel minder dan het was, maar het hebben van verwachtingen is zo ingeslepen dat ik er regelmatig achter kom dat ik toch weer een verwachting had.

Ik verwacht niet dat iemand die ik ken mij bedriegt, of voorliegt. Dat is dan zo’n voorbeeld van de fnuikende verwachtingen. Ik verwacht toch niet. Dan gebeurt het toch en weer ben ik van slag. Moet ik dan van iedereen, zelfs de mensen die dicht bij me staan, denken dat ik niet weet hoe zij gaan reageren? Het antwoord is dus ja. Niet dat ik ze moet wantrouwen, maar elke claim op de toekomst, wat daar gaat gebeuren en hoe iemand zal reageren, is dus een verwachting. Ik weet het niet, is het enige juiste antwoord.

 

De ontdekking

Vanaf 1995 coach en train ik mensen en heb daarnaast onderzocht wat de relatie van de manier van denken van mensen is en de problemen die zij hebben.

Wat voorbij kwam was stress, piekeren, burn-out, conflicten, onzekerheid, en vele andere problemen die de kwalen van het denken bleken te zijn.

De vragen: “wat dacht je net en wat dacht je toen”, leverden een schat aan informatie op.

Duizenden gedachten heb ik opgeschreven. Gedachten van 120 mensen in een coachsituatie. Welke gedachten speelden een rol bij stress en de belangrijkste vraag, wat is de samenhang van al die mensen die last van stress hadden. Hetzelfde gebeurde bij piekeren, zorgen maken, conflicten. onzekerheid en andere problemen.

De ontdekking was dat al die mensen bepaalde gedachtepatronen deelden. Dat waren de zes door mij gevonden kerngedachten. De belangrijkste ontdekking was dat deze kerngedachten een rol speelden bij al de kwalen van het denken.

De conclusie, gebaseerd op de onderzoeksresultaten, is dat de kwalen worden opgebouwd met gedachten. Er zit een fout in onze manier van denken, is de eindconclusie van het onderzoek.

De niet te beantwoorden vragen, de toekomstgerichte overtuigingen en de niet herkende fantasiegedachten, drie van de zes kerngedachten,  zijn de gedachten die de mens als waar en zeker ervaart. Het is juist dat waar en zeker ervaren wat het lijden van de mens veroorzaakt. Het zit in ons denken, het lijden, de onzekerheid, de angsten.

Hoe je dat met gedachten doet en hoe je er beter mee om kunt gaan leer je met het Gedachten Analyse Programma.