Over niet herkende fantasiegedachten

Aannames is een bekende benaming voor gedachten en uitspraken die uit het denken voortkomen. Dikwijls tot stand gekomen met de gedachte: ‘het kan niet anders dan’.

Tijdens mijn onderzoek, met als context dat je niet kunt weten wat er in de toekomst gaat gebeuren en dat je niet kunt weten wat een ander denkt of voelt, werd duidelijk dat aannames slechts één voorbeeld zijn waarmee de grens van het kunnen weten wordt overschreden. Toekomstgerichte overtuigingen zijn hier een voorbeeld van, voorspellingen en invullingen een andere.

Innovatie: vernieuwende ideeën werden vaak in de kiem gesmoord met toekomstgerichte overtuigingen. ‘Dat werkt niet, want dat hebben we al eerder geprobeerd’ is hier een voorbeeld van.

Daarnaast werd er in het algemeen één idee geopperd waarover dan werd gediscussieerd. De discussie over een idee beperkte zich in het algemeen, tot voor- en tegenstanders, de twee-wegen-gedachten.

Creatief denken: de twee-wegen-gedachten is een omschrijving van wat er gebeurt bij het ontwikkelen van een idee, strategie, etc. Deze twee-wegen-gedachten is de manier van denken die  bij alle mensen van het onderzoek waarneembaar was. Het gaat door, of het gaat niet door. Deze manier van denken bleek een beperkende invloed op het resultaat te hebben en de alertheid te dempen..

Nadenken over de toekomst: het patroon wat alle mensen deelden was de invulling. Beter een slecht- dan geen scenario was in het algemeen voor iedereen  van toepassing. De mate waarin verschilde van persoon tot persoon.

Het verloop van het denkproces: De beschrijvingen van mensen uit het onderzoek maakten duidelijk gedeelde patronen zichtbaar, bijvoorbeeld  er kwam iets op iemand af, in de vorm van een bericht, een opmerking, een gerucht, of de berokkende ontwikkelde zelf een denkproces.

De gedachte riep vervolgens een gevoel op, die het verdere denkproces sterk beïnvloedde. In beide gevallen ervaarde men dit als iets wat gebeurde en waar geen controle op was.

Afhankelijk van de situatie en de betrokkene was bij een deel van de mensen de impact van deze manier van denken en het opkomende gevoel groot. ‘Ik kan er niet van slapen’, ‘Ik heb last van mijn maag’, waren uitspraken die de effecten duidelijk maakten.

Het effect was bij het doordenken dat men zich onbewust in een fantasiewereld bevond. Daar ging het denkproces verder. ‘Als ik dat zeg, dan denkt hij natuurlijk….’ Is hier een voorbeeld van. Er wordt in gedachten verder onbewust doorgedacht over één mogelijkheid.

De 5+1 methodiek, wat het oplevert

  • Creatiever leren denken
  • Door 5+1 mogelijkheden beseffen dat je het niet echt kunt weten als het over de toekomst gaat of wat een ander denkt of voelt.
  • Het opkomende gevoel wat een niet herkende fantasiegedachte oproept neutraliseren. Je hebt met het bedenken van 5+1 mogelijkheden, dus meerdere mogelijkheden, geen gevoel meer bij die situatie. Dat objectiveert de waarneming.
  • De herkenning van een gedachte als fantasiegedachte zet het denken even stil en brengt je of houd je in het nu. In de werkelijkheid.
  • Door 5+1 mogelijkheden leer je beter inschatten. Welke bedachte mogelijkheid geef je de beste kans om uit te komen? Later weet je of je dit wel of niet goed hebt ingeschat. 
  • Je word je meer bewust van de positie van de werkelijkheid. Hiermee word je toeschouwer van de toekomst en van wat een ander denkt of voelt.
  • Dit versterkt ook het besef dat er van alles op je af kan komen en wat je er tegenover kunt stellen zijn mogelijkheden die je zelf bedenkt.
  • Het versterkt de alertheid op veranderingen in een situatie en geeft daarmee de mogelijkheid om eerder bij te stellen.
  • Wanneer mensen die samenwerken deze kennis delen, ontstaat de mogelijkheid om elkaar alert en in de werkelijkheid te houden. De creativiteit en het innovatiegehalte kan hierdoor versterkt worden. Er is meer mogelijk dan nu voor mogelijk wordt gehouden.
  • Leren leven met ik weet het niet, als dat van toepassing is.
  • Geschikt voor het individu, groep en organisatie, maar ook de politiek waar beleid, besluiten en strategie een belangrijke rol spelen. Zie artikel. .

Je kunt ook beleid, besluiten, strategie, toetsen op niet herkende fantasiegedachten. Hoe is het beleid, besluit of de strategie tot stand gekomen? Op grond van welke gedachten? Het geeft de mogelijkheid bij te stellen of je bewust te zijn dat het slechts 1 mogelijkheid is.

Het laatste kan uitnodigen om meer strategieën te bedenken. Bijvoorbeeld de strategie die wordt bedacht, met daarnaast top- en doemscenario’s.  5+1.

 

De ontdekking

Vanaf 1995 coach en train ik mensen en heb daarnaast onderzocht wat de relatie van de manier van denken van mensen is en de problemen die zij hebben.

Wat voorbijkwam was stress, piekeren, burn-out, conflicten, onzekerheid, en vele andere problemen die voor een deel de kwalen van het denken bleken te zijn. De vragen: “wat dacht je net en wat dacht je toen”, leverden een schat aan informatie op.

Duizenden gedachten heb ik in de loop van de jaren opgeschreven en bestudeerd. Uitspraken van mensen in samenhang met een probleem, vraagstuk of ontwikkelingsbehoefte.

Welke soort gedachten speelden een rol bij problemen en de belangrijkste vraag, wat is de samenhang in de manier van denken van al die mensen die problemen hebben.

De ontdekking was dat al die mensen bepaalde gedachtepatronen deelden. Soorten gedachten die elk mens heeft. Dat waren zes door mij gevonden kerngedachten. De belangrijkste ontdekking was dat de mens met bepaalde gedachteprocessen deze kwalen zelf voor een deel (onbewust) opbouwt.

De rol die gedachten hierbij spelen blijkt in veel gevallen groot te zijn.

Tegelijkertijd geeft dat ook de beperking aan van deze invalshoek. Niet in alle gevallen zijn gedachten de belangrijkste oorzaak.

Er kunnen namelijk ook andere oorzaken zijn van je ‘niet goed voelen’. Stofje te veel. Stofje te weinig. Erfelijke oorzaken. Lichamelijke oorzaken. Ook dan spelen de gedachten dikwijls een rol, maar niet als enige.

Toch is ook dan zinvol om met je gedachten aan de gang te gaan. Gedachten vormen namelijk voor een groot deel jouw belevingswereld.

Er zit fouten in onze manier van denken, is de eindconclusie van het onderzoek. Fouten die ervoor zorgen dat het leven zwaarder wordt ervaren dan nodig is. Met de kennis van de kerngedachten kun je deze fouten opsporen en bijstellen. Daarom, de (r)evolutie van het denken.

Je leert hoe je zes soorten gedachten (zes kerngedachten) kunt herkennen bij jezelf. Met de herkenning van een kerngedachte onderbreek  je een denkproces.

Je staat stil bij een kerngedachte op een manier die in het lesboek beschreven staat.

Dan heb je een keuze. Ga ik door met dit gedachteproces, stop ik het of buig ik het om.

Daarmee krijg een op een nieuwe manier grip op je gedachten en kan je met deze nieuwe kennis ook die kerngedachten bij anderen horen in de uitspraken die je hoort of leest. In de communicatie van de mensen om je heen.

Overal kun je de kerngedachten horen en lezen. Op de radio. In de politiek. In de media. Kortom overal waar mensen zijn. Als je dan ook naar mensen in het buitenland gaat luisteren, bijvoorbeeld op de tv, dan hoor je ze ook. Wereldwijd.

‘Alles gaat tegenwoordig zo snel’, is een uitspraak die duidt op situaties en gebeurtenissen.

‘Onze gedachten gaan zo snel’, is een uitspraak wat duidt op ons denken. De samenhang tussen situaties en ons denken is er. Er komt steeds meer op ons af.

De zelftraining in het lesboek

De zelftraining staat beschreven in het lesboek: ‘De (r)evolutie van het denken’, van de school voor praktische menskunde, wat onlangs is uitgegeven. Met praktijkoefeningen. Het resultaat van vele jaren van onderzoek en het gebruik in trainingen en coaching. Hier verkrijgbaar en bij alle boekhandels. Gedrukt en als E-book.

De communicatie met jezelf en met anderen

Na jarenlang onderzoek is een concept ontstaan wat mensen verder kan brengen. Ik meen doorbraken gevonden te hebben met in 1. wat gedachten met mensen doen en 2. wat mensen motiveert en demotiveert in werksituaties.

1. Het Gedachten Analyse Programma

Mijn visie:

Mensen komen geen stap verder als zij niet met hun manier van denken aan de gang gaan.

In oorzaak en gevolg moeten mensen zich bewust worden van de begrenzingen die er zijn voor de mogelijkheden en de onmogelijkheden die we met onze manier van denken hebben.

We kunnen niet alles weten met ons denken. Er is een absolute grens aan de mogelijkheden van ons brein. Wanneer we denken zijn we ons daar dikwijls niet van bewust.

Drie grenzen van het kunnen weten

  1. We kunnen niet weten wat er in de toekomst gebeurt. We kunnen het inschatten, maar dat is iets anders. We kunnen het niet weten, omdat de toekomst er nog niet is. De situatie heeft nog niet plaatsgevonden. Het zit, net als het verleden, allemaal in ons denken.
  2. We kunnen niet weten wat een ander denkt en voelt. Ook dat kunnen we inschaten, weten kunnen we het niet. Dus kunnen we ook niet weten hoe een ander zal reageren. Wanneer je met dit gegeven gaat luisteren dan kan je horen dat mensen zich daar niet van bewust zijn.
  3. We kunnen niet in oneindigheid denken

Wanneer we nadenken en praten is dat besef niet aanwezig. We gaan ongewild en onbewust die grenzen over. Dat doen we met drie soorten gedachten.

De eerste drie kerngedachten

Zou het mij ooit lukken? Hoe zal hij reageren? Zijn voorbeelden van niet te beantwoorden vragen. (Een kerngedachte). Deze staan aan de basis van het cirkel denken. Piekeren, zorgen maken en maar blijven denken, Zoeken naar antwoorden die er niet zijn. Een deel van het lijden van de mens.

Maar we doen het toch: ‘het gaat wel door’, ’het lukt wel’, ‘dat doen ze wel’, ‘ze kunnen niet anders’. ‘Ik vind altijd werk’. Allemaal toekomstgerichte overtuigingen. (Een kerngedachte). Men denkt iets te weten wat men in de werkelijkheid niet kan weten. Vanuit dat denken te weten ontstaan verwachtingen. Regelmatig gebeurt dit met de gedachte: ‘het kan niet anders dan’. Komt de verwachting niet uit, dan komt de teleurstelling. Hoe sterker de verwachting des te groter de teleurstelling. Een deel van het lijden van de mens.

Als, stel dat, misschien, zijn voorbeelden van het aanzetten tot langdurige denkprocessen. De gedachten die opkomen roepen een gevoel op en in veel gevallen een angstgevoel. Dat zijn de niet herkende fantasiegedachten. (Een kerngedachte). Een deel van het lijden van de mens.

De zelftraining

Het Gedachten Analyse Programma is omgebouwd tot een zelftraining die het mogelijk maakt om de kennis over gedachtepatronen te gebruiken en met de oefeningen praktijkervaring op te doen. Dit maakt het mogelijk om meer grip te krijgen op de eigen gedachteprocessen.

Meer grip krijgen gebeurt door de herkenning van de zes kerngedachten die met deze kennis tussen al die gedachten die je hebt hoorbaar worden. Met de herkenning van een kerngedachte onderbreek je het denkproces wat anders door was gegaan. Met de herkenning ontstaan er keuzes die er eerder niet waren. ‘Stop ik dit denkproces? Buig ik het om? Ga ik door met dit denkproces?’ De keuze is afhankelijk van de herkende kerngedachte.

Ook is het met deze herkenning mogelijk om in de communicatie van anderen de kerngedachten te horen en te lezen. Boeken en media. Daarmee opent zich de weg om met deze nieuwe kennis en een nieuwe vaardigheid anders en gerichter naar de communicatie van jezelf en anderen te luisteren. Het uiteindelijke doel is om je als mens verder te ontwikkelen naar een meer creatieve en evenwichtige manier van denken.

Naast de drie kerngedachten die jou uit de werkelijkheid halen en je in je hoofd trekken, zijn er nog drie kerngedachten die je tegen kunnen houden om jezelf te zijn en naar ‘buiten’ te komen. De mensen in je denkenopdrachten die jij jezelf geeft en de besluiten die je neemt en hebt genomen.

De (r)evolutie van het denken

Het lesboek met de volledige zelftraining van de School voor praktische menskunde is hier verkrijgbaar en bij alle boekwinkels.  Gedrukt en als e-book.

G

De absolute grens van het kunnen weten

‘Ze zullen mij er nooit uitgooien’, zei de man tegenover mij.

‘Weet je dat zeker? vroeg ik hem.

‘Natuurlijk, met de kennis die ik heb vinden ze nooit een ander die dit zo goed kan’.

‘Maar dat kan je toch nooit zeker weten omdat je nooit zeker weet wat er in de toekomst gebeurt en ook niet hoe zij daarover denken?’

‘Nee, natuurlijk weet je dat nooit, maar dat denk ik’.

‘Dus er kan net zo goed iets heel anders gebeuren?’

‘Ja dat kan, maar dit weet ik voor 99,9% zeker’.

‘Ik weet echt wel hoe zij erover denken’.

Zo maar een gesprek, wat veelvuldig voorkwam. En dan wordt iemand toch ontslagen. Alle zekerheden, die met gedachten zijn opgebouwd, zijn weg. Naast onzekerheid over de toekomst ontstaat ook onzekerheid over zichzelf. Weg zelfvertrouwen. Hoe kon ik me zo vergissen? Die vraag zet, zoals alle vragen dit doen, een denkproces op gang.

Veelal leidt dit tot conclusies. Bijvoorbeeld: die mensen zijn toch niet te vertrouwen. Het vertrouwen in mensen krijgt een deuk en het zelfvertrouwen. Want hoe kun je jezelf vertrouwen als je eerst iets zeker weet wat vervolgens toch niet uitkomt?

Daarom is het besef van de grenzen van het kunnen weten zo belangrijk.

Niet te beantwoorden vragen

 

Een vraag is de ontsteking die de computer, het brein, in beweging zet en laat draaien. ‘Zoek een antwoord’ is de opdracht. De motor is het denkproces. Gedachte na gedachte. Tijdens ons onderzoek bleek dat veel vragen de bron vormen van een gedachteproces dat leidt tot piekeren, malen, stress, verlegenheid, veel soorten angsten, zorgen maken, alles met de restrictie dat daar gedachten bij moeten komen en dat gebeurt in veel gevallen.

De niet herkende fantasiegedachten en overtuigingen, die na een niet te beantwoorden vraag opkomen, zorgen ervoor dat het in beweging gezette brein doordraait. Elke vraag die erbij wordt gesteld zorgt weer voor een nieuwe ontsteking.

Het denkproces gaat door, als er een niet te beantwoorden vraag wordt gesteld. Het brein doet wat gevraagd wordt, het zoekt naar het antwoord op een vraag. Ook al is dat niet te vinden.

Er zijn gedachten die opkomen en er zijn gedachten die je zelf bedenkt. Gedachten die opkomen zijn bijvoorbeeld herinneringen. Ook herinneringen waar je niet aan wilt denken. Dat kan getriggerd worden door iets wat je ziet, hoort, ruikt of voelt, maar het kan ook spontaan gebeuren. Zonder dat je een link ziet. Naast herinneringen kan er van alles opkomen. Ideeën, oplossingen, feitenkennis, enz.

Bij de gedachten die je zelf creëert kun je denken aan het gewoon praten in je hoofd. Zal ik links afgaan of rechts? Uit het brein kan er dan informatie komen die de keuze kan vergemakkelijken. De stem neemt het besluit.

Daarmee werd de relatie van de stem en brein meer zichtbaar. Maar ook hoe de stem kan lijden door de input van het brein. Duidelijk werd dat de stem en het brein elkaar kunnen versterken, maar ook kunnen slopen. Door bijvoorbeeld angsten die de stem ervaart, door wanhoop, onzekerheid, schuldgevoel en al die andere sloopgevoelens. Allemaal aanwijzingen dat de relatie tussen de stem en het brein uit evenwicht is.

De intelligentie en de keuzes zitten dus in de stem in ons hoofd. Het is die stem waar we mee denken die het bewustzijn ervaart, het leed ervaart en een groot deel van onze belevingswereld vormt. Daar kunnen beelden bijkomen, een gevoel, maar het zijn de woorden die de vorm geven. Zoals het woord verschrikkelijk bij iets wat je hebt gezien of gehoord. Zo komt het in het geheugen en zo kan het terugkomen.

Met de stem in je hoofd het brein leren wat die wel en niet kan weten krijg je de mogelijkheid om je brein beter te gebruiken. Dit kan met het besef van het speelveld van ons denken. Dat besef geeft de belangrijkste verandering en verbetering.

Hierbij komt ook het ‘ik’ in beeld. Wie of wat stelt bijvoorbeeld een vraag? Dat is de stem waar we mee denken.

Het brein is dan de computer. Die kan geen antwoord vinden als de vraag over de toekomst gaat, over wat een ander denkt of voelt en over oneindigheid. Dat is de begrenzing die wij hebben. Dat is de begrenzing van het speelveld van ons denken. 

Het brein leren binnen het speelveld te denken geeft mogelijkheden om meer invloed te krijgen op onze belevingswereld. Het geeft nieuwe mogelijkheden om evenwicht te vinden, creatiever te denken, om gelukkiger te zijn. Dat is het nieuwe denken ofwel het bijgestelde denken.

 

Het Gedachten Analyse Programma

 

Het doel van het Gedachten Analyse Programma is om in evenwicht te komen met de stem in je hoofd en jouw brein. Dit doe je door al die gedachten op te sporen waarvan je straks weet dat die buiten het speelveld van je denken liggen. Gedachten die je denkt te weten, maar die je in de werkelijkheid niet kunt weten.

Gedachten die je leert herkennen door de groepen kerngedachten te leren en wanneer je ze herkent  er bij stil te staan en deze (kern)gedachte nog een keer tegen het licht te houden.

Om dat doel te bereiken, moet je de kerngedachten leren herkennen.  Je kunt beginnen door naar anderen te luisteren om in de communicatie de kerngedachten te ontdekken, of je begint bij jezelf.  Het maakt niet uit. Uiteindelijk kom je toch bij jezelf uit.

Om de kerngedachten te leren herkennen volg je de volgende weg.

1 .  Je begint met het besef dat NU de werkelijkheid is

Dat is nodig  omdat jouw gedachten nu nog alle kanten opschieten en dat gebeurt  meestal onbewust. NU wordt jouw basis waar je steeds naar terug   kunt keren. Het NU is de positie van de werkelijkheid. De positie waarin het verleden achter je ligt en de toekomst nog niet bestaat. Verleden en toekomst bestaan alleen maar in je denken.

2 . De begrenzing of beperking van je denken

Het is cruciaal om deze begrenzing of beperking te kennen om tussen de vele duizenden gedachten die je per dag hebt, de drie kerngedachten te  herkennen en te herwaarderen, Om dit te kunnen  heb je een filter nodig. Dat filter heet het speelveld van je denken.

Het speelveld van je denken maakt duidelijk welke gedachten je kunt weten en welke niet. Dat geeft je de mogelijkheid om denkprocessen bij te stellen, voordat deze een (negatief) gevoel oproepen. Stress, piekeren, langdurig twijfelen en al die kwalen van   het denken, kun je hiermee bij de bron  stoppen. De kanttekening hierbij is dat het Gedachten Analyse Programma zich alleen op de gedachten richt. Er kunnen ook andere (lichamelijke, hormonale enz.) oorzaken zijn.

3.  Het NU ervaren

Het NU is zo dichtbij dat je er over heen kijkt. Nu is de werkelijkheid Een werkelijkheid waar je dikwijls uitgaat, zonder dat je het  beseft. Dan zit je ‘in je hoofd’ en daar zit vaak een andere wereld dan de werkelijkheid waar je niet meer uit kunt komen. Metaforisch gezien zit je dan in een tunnel. Met de kennis van het Gedachten Analyse programma heb je  herkenningspunten om uit die tunnel te komen.

4 . De drie kerngedachten leren herkennen

Niet te beantwoorden vragen.

Hé, dat is een vraag. Weet ik dit? Kan ik dit weten?

Toekomstgerichte overtuigingen.

Hé, dat is een overtuiging. Weet ik dit? kan ik dit weten?

Niet herkende fantasiegedachten.

Hé, dat is een fantasie. Dat is één mogelijkheid. Nu ik dat weet kan ik er meer bedenken, 5 + 1.

Daarmee heb je de kennis, die je om kunt zetten in een vaardigheid en dat je leven lang. Er gebeurt iets en dat roept gedachten op. Net als eerst. Maar er is toch iets veranderd. Je kunt tussen al die gedachten die dan worden opgeroepen de drie kerngedachten herkennen en daarbij stilstaan. Dan heb je meer grip op je eigen gedachten, je gedrag en  je reacties.

Leer jezelf om je in het NU goed te voelen. Leg daar je focus op. Dan sluit het gevoel wat je dan hebt aan op de werkelijkheid.

Een aanvulling op Immanuel Kant

Kant stelt dat de mens een autonoom wezen is.

Dat het geweten van een mens ervoor zorgt dat de mens zelf kan weten wanneer hij iets goed of iets fout doet. 

Hij noemt dit het zuivere ik. Vanuit het Gedachten Analyse Programma (GAP) is het zuivere ik van Kant de kernidentiteit. Degene die iemand van binnen is, maar door zelfbescherming zelden laat zien.

Het zijn bepaalde gedachten, de zes kerngedachten, waarmee de mens dit doet. Het houdt de mens tegen om autonoom en oorspronkelijk te zijn en maakt hem een product van zijn omgeving waarin de mens bezig blijft met overleven.     Lees verder “Een aanvulling op Immanuel Kant”

Op weg naar evenwicht

Dit is een weg naar evenwicht in je manier van denken

Door je manier van denken beter te begrijpen met de nieuwe kennis die je krijgt, richt jouw aandacht zich niet meer alleen op situaties en gebeurtenissen, maar ook op de gedachten die deze bij jou oproepen.

Veel van je gedachten zijn gericht op overleven en richten zich daardoor automatisch op de toekomst.

En zo leef je, zonder dat je er erg in hebt, constant een halve meter voor uit.

Leren om steeds terug te gaan naar het nu, is de positie die jij jezelf met deze kennis kan geven.

Je blijf je niet ‘in je hoofd zitten’ als je een verkeerde opmerking hoort, als je niet weet hoe iets afloopt of als je een tegenslag hebt gehad.

Een gedachte, die je gaat herkennen als een kerngedachte,  bijvoorbeeld een toekomstgerichte overtuiging, ga je opnieuw waarderen. Dat kan doordat je leert hier even bij stil te staan wanneer deze kerngedachte bij je opkomt.

Is die gedachte dan ook nog zo goed, dan is er niets aan de hand. Integendeel zelfs, want dan is dat een bewuste keuze geworden.

Maar regelmatig zal het voorkomen dat je een gedachte tegenkomt die je, met deze kennis, anders gaat waarderen.

Dat is het herwaarderen. En elke herwaardering is een stapje. Zo kun je het zien, stapje voor stapje.  Gedachte na gedachte, breng je zelf jouw manier van denken in evenwicht.

Elke herkenning betekent: even aan de slag. Het begin kan even lastig zijn, vooral omdat het nieuw is, maar eenmaal geleerd zit het in jouw systeem en wordt het onderdeel van jouw manier van denken.

Met een andere manier van denken, ontstaat een andere manier van leven en dan met name het besef dat de toekomst een fantasie is en het verleden een herinnering waar je alleen nog maar van kan leren. Terugkijken en leren.

Het verleden is voorbij en de toekomst moet nog komen

Dat is tevens de belangrijkste les die jij die stem in je hoofd, de stem waar je mee denkt,  kan leren.

Want zo af en toe, dan komt er weer een gedachte en voor je het weet dan ga je weer, zonder deze kennis, in je hoofd zitten. Soms een kwartier, soms een halve dag en af en toe zelfs dagen, nadenken, piekeren, malen, zorgen maken.

Je  voelt je dan niet goed en het is druk in je hoofd. Daaraan kun je het herkennen.

De filosofie van het niet weten

Tijd om met je gedachten om te gaan?

Ben jij toe aan een verdere ontwikkeling als mens?

Wil je daarvoor iets nieuws leren?

Met het Gedachten Analyse Programma heeft de School voor praktische menskunde een ontwikkelingsmethodiek ontwikkeld om het leven prettiger te maken door evenwicht in je manier van denken te vinden.

Met de herkenning van de kerngedachten krijg je de kennis om anders met je gedachten om te gaan. Meer controle over je gedachten krijgen. Creatiever leren denken.