Over niet herkende fantasiegedachten

Aannames is een bekende benaming voor gedachten en uitspraken die uit het denken voortkomen. Dikwijls tot stand gekomen met de gedachte: ‘het kan niet anders dan’.

Tijdens mijn onderzoek, met als context dat je niet kunt weten wat er in de toekomst gaat gebeuren en dat je niet kunt weten wat een ander denkt of voelt, werd duidelijk dat aannames slechts één voorbeeld zijn waarmee de grens van het kunnen weten wordt overschreden. Toekomstgerichte overtuigingen zijn hier een voorbeeld van, voorspellingen en invullingen een andere.

Innovatie: vernieuwende ideeën werden vaak in de kiem gesmoord met toekomstgerichte overtuigingen. ‘Dat werkt niet, want dat hebben we al eerder geprobeerd’ is hier een voorbeeld van.

Daarnaast werd er in het algemeen één idee geopperd waarover dan werd gediscussieerd. De discussie over een idee beperkte zich in het algemeen, tot voor- en tegenstanders, de twee-wegen-gedachten.

Creatief denken: de twee-wegen-gedachten is een omschrijving van wat er gebeurt bij het ontwikkelen van een idee, strategie, etc. Deze twee-wegen-gedachten is de manier van denken die  bij alle mensen van het onderzoek waarneembaar was. Het gaat door, of het gaat niet door. Deze manier van denken bleek een beperkende invloed op het resultaat te hebben en de alertheid te dempen..

Nadenken over de toekomst: het patroon wat alle mensen deelden was de invulling. Beter een slecht- dan geen scenario was in het algemeen voor iedereen  van toepassing. De mate waarin verschilde van persoon tot persoon.

Het verloop van het denkproces: De beschrijvingen van mensen uit het onderzoek maakten duidelijk gedeelde patronen zichtbaar, bijvoorbeeld  er kwam iets op iemand af, in de vorm van een bericht, een opmerking, een gerucht, of de berokkende ontwikkelde zelf een denkproces.

De gedachte riep vervolgens een gevoel op, die het verdere denkproces sterk beïnvloedde. In beide gevallen ervaarde men dit als iets wat gebeurde en waar geen controle op was.

Afhankelijk van de situatie en de betrokkene was bij een deel van de mensen de impact van deze manier van denken en het opkomende gevoel groot. ‘Ik kan er niet van slapen’, ‘Ik heb last van mijn maag’, waren uitspraken die de effecten duidelijk maakten.

Het effect was bij het doordenken dat men zich onbewust in een fantasiewereld bevond. Daar ging het denkproces verder. ‘Als ik dat zeg, dan denkt hij natuurlijk….’ Is hier een voorbeeld van. Er wordt in gedachten verder onbewust doorgedacht over één mogelijkheid.

De 5+1 methodiek, wat het oplevert

  • Creatiever leren denken
  • Door 5+1 mogelijkheden beseffen dat je het niet echt kunt weten als het over de toekomst gaat of wat een ander denkt of voelt.
  • Het opkomende gevoel wat een niet herkende fantasiegedachte oproept neutraliseren. Je hebt met het bedenken van 5+1 mogelijkheden, dus meerdere mogelijkheden, geen gevoel meer bij die situatie. Dat objectiveert de waarneming.
  • De herkenning van een gedachte als fantasiegedachte zet het denken even stil en brengt je of houd je in het nu. In de werkelijkheid.
  • Door 5+1 mogelijkheden leer je beter inschatten. Welke bedachte mogelijkheid geef je de beste kans om uit te komen? Later weet je of je dit wel of niet goed hebt ingeschat. 
  • Je word je meer bewust van de positie van de werkelijkheid. Hiermee word je toeschouwer van de toekomst en van wat een ander denkt of voelt.
  • Dit versterkt ook het besef dat er van alles op je af kan komen en wat je er tegenover kunt stellen zijn mogelijkheden die je zelf bedenkt.
  • Het versterkt de alertheid op veranderingen in een situatie en geeft daarmee de mogelijkheid om eerder bij te stellen.
  • Wanneer mensen die samenwerken deze kennis delen, ontstaat de mogelijkheid om elkaar alert en in de werkelijkheid te houden. De creativiteit en het innovatiegehalte kan hierdoor versterkt worden. Er is meer mogelijk dan nu voor mogelijk wordt gehouden.
  • Leren leven met ik weet het niet, als dat van toepassing is.
  • Geschikt voor het individu, groep en organisatie, maar ook de politiek waar beleid, besluiten en strategie een belangrijke rol spelen. Zie artikel. .

Je kunt ook beleid, besluiten, strategie, toetsen op niet herkende fantasiegedachten. Hoe is het beleid, besluit of de strategie tot stand gekomen? Op grond van welke gedachten? Het geeft de mogelijkheid bij te stellen of je bewust te zijn dat het slechts 1 mogelijkheid is.

Het laatste kan uitnodigen om meer strategieën te bedenken. Bijvoorbeeld de strategie die wordt bedacht, met daarnaast top- en doemscenario’s.  5+1.

 

De ontdekking

Vanaf 1995 coach en train ik mensen en heb daarnaast onderzocht wat de relatie van de manier van denken van mensen is en de problemen die zij hebben.

Wat voorbijkwam was stress, piekeren, burn-out, conflicten, onzekerheid, en vele andere problemen die voor een deel de kwalen van het denken bleken te zijn. De vragen: “wat dacht je net en wat dacht je toen”, leverden een schat aan informatie op.

Duizenden gedachten heb ik in de loop van de jaren opgeschreven en bestudeerd. Uitspraken van mensen in samenhang met een probleem, vraagstuk of ontwikkelingsbehoefte.

Welke soort gedachten speelden een rol bij problemen en de belangrijkste vraag, wat is de samenhang in de manier van denken van al die mensen die problemen hebben.

De ontdekking was dat al die mensen bepaalde gedachtepatronen deelden. Soorten gedachten die elk mens heeft. Dat waren zes door mij gevonden kerngedachten. De belangrijkste ontdekking was dat de mens met bepaalde gedachteprocessen deze kwalen zelf voor een deel (onbewust) opbouwt.

De rol die gedachten hierbij spelen blijkt in veel gevallen groot te zijn.

Tegelijkertijd geeft dat ook de beperking aan van deze invalshoek. Niet in alle gevallen zijn gedachten de belangrijkste oorzaak.

Er kunnen namelijk ook andere oorzaken zijn van je ‘niet goed voelen’. Stofje te veel. Stofje te weinig. Erfelijke oorzaken. Lichamelijke oorzaken. Ook dan spelen de gedachten dikwijls een rol, maar niet als enige.

Toch is ook dan zinvol om met je gedachten aan de gang te gaan. Gedachten vormen namelijk voor een groot deel jouw belevingswereld.

Er zit fouten in onze manier van denken, is de eindconclusie van het onderzoek. Fouten die ervoor zorgen dat het leven zwaarder wordt ervaren dan nodig is. Met de kennis van de kerngedachten kun je deze fouten opsporen en bijstellen. Daarom, de (r)evolutie van het denken.

Je leert hoe je zes soorten gedachten (zes kerngedachten) kunt herkennen bij jezelf. Met de herkenning van een kerngedachte onderbreek  je een denkproces.

Je staat stil bij een kerngedachte op een manier die in het lesboek beschreven staat.

Dan heb je een keuze. Ga ik door met dit gedachteproces, stop ik het of buig ik het om.

Daarmee krijg een op een nieuwe manier grip op je gedachten en kan je met deze nieuwe kennis ook die kerngedachten bij anderen horen in de uitspraken die je hoort of leest. In de communicatie van de mensen om je heen.

Overal kun je de kerngedachten horen en lezen. Op de radio. In de politiek. In de media. Kortom overal waar mensen zijn. Als je dan ook naar mensen in het buitenland gaat luisteren, bijvoorbeeld op de tv, dan hoor je ze ook. Wereldwijd.

‘Alles gaat tegenwoordig zo snel’, is een uitspraak die duidt op situaties en gebeurtenissen.

‘Onze gedachten gaan zo snel’, is een uitspraak wat duidt op ons denken. De samenhang tussen situaties en ons denken is er. Er komt steeds meer op ons af.

De zelftraining in het lesboek

De zelftraining staat beschreven in het lesboek: ‘De (r)evolutie van het denken’, van de school voor praktische menskunde, wat onlangs is uitgegeven. Met praktijkoefeningen. Het resultaat van vele jaren van onderzoek en het gebruik in trainingen en coaching. Hier verkrijgbaar en bij alle boekhandels. Gedrukt en als E-book.

De communicatie met jezelf en met anderen

Na jarenlang onderzoek is een concept ontstaan wat mensen verder kan brengen. Ik meen doorbraken gevonden te hebben met in 1. wat gedachten met mensen doen en 2. wat mensen motiveert en demotiveert in werksituaties.

1. Het Gedachten Analyse Programma

Mijn visie:

Mensen komen geen stap verder als zij niet met hun manier van denken aan de gang gaan.

In oorzaak en gevolg moeten mensen zich bewust worden van de begrenzingen die er zijn voor de mogelijkheden en de onmogelijkheden die we met onze manier van denken hebben.

We kunnen niet alles weten met ons denken. Er is een absolute grens aan de mogelijkheden van ons brein. Wanneer we denken zijn we ons daar dikwijls niet van bewust.

Drie grenzen van het kunnen weten

  1. We kunnen niet weten wat er in de toekomst gebeurt. We kunnen het inschatten, maar dat is iets anders. We kunnen het niet weten, omdat de toekomst er nog niet is. De situatie heeft nog niet plaatsgevonden. Het zit, net als het verleden, allemaal in ons denken.
  2. We kunnen niet weten wat een ander denkt en voelt. Ook dat kunnen we inschaten, weten kunnen we het niet. Dus kunnen we ook niet weten hoe een ander zal reageren. Wanneer je met dit gegeven gaat luisteren dan kan je horen dat mensen zich daar niet van bewust zijn.
  3. We kunnen niet in oneindigheid denken

Wanneer we nadenken en praten is dat besef niet aanwezig. We gaan ongewild en onbewust die grenzen over. Dat doen we met drie soorten gedachten.

De eerste drie kerngedachten

Zou het mij ooit lukken? Hoe zal hij reageren? Zijn voorbeelden van niet te beantwoorden vragen. (Een kerngedachte). Deze staan aan de basis van het cirkel denken. Piekeren, zorgen maken en maar blijven denken, Zoeken naar antwoorden die er niet zijn. Een deel van het lijden van de mens.

Maar we doen het toch: ‘het gaat wel door’, ’het lukt wel’, ‘dat doen ze wel’, ‘ze kunnen niet anders’. ‘Ik vind altijd werk’. Allemaal toekomstgerichte overtuigingen. (Een kerngedachte). Men denkt iets te weten wat men in de werkelijkheid niet kan weten. Vanuit dat denken te weten ontstaan verwachtingen. Regelmatig gebeurt dit met de gedachte: ‘het kan niet anders dan’. Komt de verwachting niet uit, dan komt de teleurstelling. Hoe sterker de verwachting des te groter de teleurstelling. Een deel van het lijden van de mens.

Als, stel dat, misschien, zijn voorbeelden van het aanzetten tot langdurige denkprocessen. De gedachten die opkomen roepen een gevoel op en in veel gevallen een angstgevoel. Dat zijn de niet herkende fantasiegedachten. (Een kerngedachte). Een deel van het lijden van de mens.

De zelftraining

Het Gedachten Analyse Programma is omgebouwd tot een zelftraining die het mogelijk maakt om de kennis over gedachtepatronen te gebruiken en met de oefeningen praktijkervaring op te doen. Dit maakt het mogelijk om meer grip te krijgen op de eigen gedachteprocessen.

Meer grip krijgen gebeurt door de herkenning van de zes kerngedachten die met deze kennis tussen al die gedachten die je hebt hoorbaar worden. Met de herkenning van een kerngedachte onderbreek je het denkproces wat anders door was gegaan. Met de herkenning ontstaan er keuzes die er eerder niet waren. ‘Stop ik dit denkproces? Buig ik het om? Ga ik door met dit denkproces?’ De keuze is afhankelijk van de herkende kerngedachte.

Ook is het met deze herkenning mogelijk om in de communicatie van anderen de kerngedachten te horen en te lezen. Boeken en media. Daarmee opent zich de weg om met deze nieuwe kennis en een nieuwe vaardigheid anders en gerichter naar de communicatie van jezelf en anderen te luisteren. Het uiteindelijke doel is om je als mens verder te ontwikkelen naar een meer creatieve en evenwichtige manier van denken.

Naast de drie kerngedachten die jou uit de werkelijkheid halen en je in je hoofd trekken, zijn er nog drie kerngedachten die je tegen kunnen houden om jezelf te zijn en naar ‘buiten’ te komen. De mensen in je denkenopdrachten die jij jezelf geeft en de besluiten die je neemt en hebt genomen.

De (r)evolutie van het denken

Het lesboek met de volledige zelftraining van de School voor praktische menskunde is hier verkrijgbaar en bij alle boekwinkels.  Gedrukt en als e-book.

G

De (r)evolutie van het denken, een zelftraining

Het Gedachten Analyse Programma (GAP) is een hulpmiddel om evenwicht te brengen tussen de stem waar je mee denkt en je brein. Deze ontdekking maakt het mogelijk om jezelf te gaan helpen. Nu beschikbaar als zelftraining. Wij zien het als de (r)evolutie van het denken.

De (r)evolutie van het denken.   Gedrukt. 176 Pagina’s.   € 35,00  Hier te bestellen en bij Bol, boekhandel, etc.               

De (r)evolutie van het denken.  E pub. 176 pagina’s. € 22,00  Hier te bestellen en bij Bol, boekhandel, etc.                       

Inhoudsopgave

Het onderzoek 4
Het Gedachten Analyse Programma (GAP) 5
Hoe we nu denken 12

Je brein en de stem in je hoofd 14
De stem in je hoofd 17
De stem in je hoofd heeft meerdere functies 19
Situaties roepen gedachten op en die bepalen de reactie. 22
Methodiek: herkennen van de stem waar je mee denkt 25
Methodiek: Grip krijgen op de stem waar je mee denkt 26
Gedachteanalyse in beeld 28

Wat het GAP mogelijk maakt 29
De mogelijkheden met ons brein lijken onbeperkt, maar 30
De drie natuurwetten: 31
Ad 1. We kunnen niet weten wat de toekomst brengt 34
Ad 2. We kunnen niet weten wat een ander denkt en voelt 39
Ad 3. We kunnen niet in oneindigheid denken 42
Denken te weten en inschatten 45
Denken te weten en geloven 46

Als toeschouwer leren denken aan het verleden 49
Als toeschouwer leren denken aan de toekomst 51
De herkenning van het NU 53
Het NU en de kerngedachten 53
Nadenken als toeschouwer 55
Methodiek: De herkenning van het NU 55
Gedachteanalyse in beeld 58

Het zichtbaar maken van jouw kernidentiteit 60
De kernidentiteit en de kerngedachten 68
Methodiek: Stel je kernidentiteit vast 70
Voorbeelden van eigenschappen 72
De gedachten die jou tegenhouden 72

Kerngedachte niet te beantwoorden vragen 80
Wat doen niet te beantwoorden vragen? 86
Hoe ga je om met niet te beantwoorden vragen? 87
Voorbeelden van vragen 88
Ik weet het niet 92
Gedachteanalyse in beeld 93

Kerngedachte toekomstgerichte overtuiging 97
Toekomstgerichte overtuigingen, het virus in je denken 98
De prijs van toekomstgerichte overtuigingen? 101
Wat doet een toekomstgerichte overtuiging? 102
Ontdek de overtuigingen bij de ander 109
Voorbeelden van toekomstgerichte overtuigingen 111
Gedachteanalyse in beeld 112

Over niet herkende fantasiegedachten 115
Kerngedachte niet herkende fantasiegedachte 117
Ik weet het niet 127
Wat de 5+1 methodiek oplevert 130
Voorbeelden van niet herkende fantasiegedachten 132
Gedachteanalyse in beeld 133
Herken en benoem de kerngedachten 134
Denken zonder ballast 139
Kerngedachte mensen in je denken 142
Herwaardeer mensen in je denken 142
Gedachteanalyse in beeld 148

Kerngedachte opdrachten 151
Wat doet een opdracht? 154
Gedachteanalyse in beeld 158

Kerngedachte besluiten 161
Denken en de mensen om ons heen 162
Besluiten staan aan het einde van een denkproces 164
Gedachten die aan een besluit vooraf kunnen gaan 169
Gedachteanalyse in beeld 171

Gedachten die de kernidentiteit tegenhouden 173

De absolute grens van het kunnen weten

‘Ze zullen mij er nooit uitgooien’, zei de man tegenover mij.

‘Weet je dat zeker? vroeg ik hem.

‘Natuurlijk, met de kennis die ik heb vinden ze nooit een ander die dit zo goed kan’.

‘Maar dat kan je toch nooit zeker weten omdat je nooit zeker weet wat er in de toekomst gebeurt en ook niet hoe zij daarover denken?’

‘Nee, natuurlijk weet je dat nooit, maar dat denk ik’.

‘Dus er kan net zo goed iets heel anders gebeuren?’

‘Ja dat kan, maar dit weet ik voor 99,9% zeker’.

‘Ik weet echt wel hoe zij erover denken’.

Zo maar een gesprek, wat veelvuldig voorkwam. En dan wordt iemand toch ontslagen. Alle zekerheden, die met gedachten zijn opgebouwd, zijn weg. Naast onzekerheid over de toekomst ontstaat ook onzekerheid over zichzelf. Weg zelfvertrouwen. Hoe kon ik me zo vergissen? Die vraag zet, zoals alle vragen dit doen, een denkproces op gang.

Veelal leidt dit tot conclusies. Bijvoorbeeld: die mensen zijn toch niet te vertrouwen. Het vertrouwen in mensen krijgt een deuk en het zelfvertrouwen. Want hoe kun je jezelf vertrouwen als je eerst iets zeker weet wat vervolgens toch niet uitkomt?

Daarom is het besef van de grenzen van het kunnen weten zo belangrijk.

Niet te beantwoorden vragen

 

Een vraag is de ontsteking die de computer, het brein, in beweging zet en laat draaien. ‘Zoek een antwoord’ is de opdracht. De motor is het denkproces. Gedachte na gedachte. Tijdens ons onderzoek bleek dat veel vragen de bron vormen van een gedachteproces dat leidt tot piekeren, malen, stress, verlegenheid, veel soorten angsten, zorgen maken, alles met de restrictie dat daar gedachten bij moeten komen en dat gebeurt in veel gevallen.

De niet herkende fantasiegedachten en overtuigingen, die na een niet te beantwoorden vraag opkomen, zorgen ervoor dat het in beweging gezette brein doordraait. Elke vraag die erbij wordt gesteld zorgt weer voor een nieuwe ontsteking.

Het denkproces gaat door, als er een niet te beantwoorden vraag wordt gesteld. Het brein doet wat gevraagd wordt, het zoekt naar het antwoord op een vraag. Ook al is dat niet te vinden.

Er zijn gedachten die opkomen en er zijn gedachten die je zelf bedenkt. Gedachten die opkomen zijn bijvoorbeeld herinneringen. Ook herinneringen waar je niet aan wilt denken. Dat kan getriggerd worden door iets wat je ziet, hoort, ruikt of voelt, maar het kan ook spontaan gebeuren. Zonder dat je een link ziet. Naast herinneringen kan er van alles opkomen. Ideeën, oplossingen, feitenkennis, enz.

Bij de gedachten die je zelf creëert kun je denken aan het gewoon praten in je hoofd. Zal ik links afgaan of rechts? Uit het brein kan er dan informatie komen die de keuze kan vergemakkelijken. De stem neemt het besluit.

Daarmee werd de relatie van de stem en brein meer zichtbaar. Maar ook hoe de stem kan lijden door de input van het brein. Duidelijk werd dat de stem en het brein elkaar kunnen versterken, maar ook kunnen slopen. Door bijvoorbeeld angsten die de stem ervaart, door wanhoop, onzekerheid, schuldgevoel en al die andere sloopgevoelens. Allemaal aanwijzingen dat de relatie tussen de stem en het brein uit evenwicht is.

De intelligentie en de keuzes zitten dus in de stem in ons hoofd. Het is die stem waar we mee denken die het bewustzijn ervaart, het leed ervaart en een groot deel van onze belevingswereld vormt. Daar kunnen beelden bijkomen, een gevoel, maar het zijn de woorden die de vorm geven. Zoals het woord verschrikkelijk bij iets wat je hebt gezien of gehoord. Zo komt het in het geheugen en zo kan het terugkomen.

Met de stem in je hoofd het brein leren wat die wel en niet kan weten krijg je de mogelijkheid om je brein beter te gebruiken. Dit kan met het besef van het speelveld van ons denken. Dat besef geeft de belangrijkste verandering en verbetering.

Hierbij komt ook het ‘ik’ in beeld. Wie of wat stelt bijvoorbeeld een vraag? Dat is de stem waar we mee denken.

Het brein is dan de computer. Die kan geen antwoord vinden als de vraag over de toekomst gaat, over wat een ander denkt of voelt en over oneindigheid. Dat is de begrenzing die wij hebben. Dat is de begrenzing van het speelveld van ons denken. 

Het brein leren binnen het speelveld te denken geeft mogelijkheden om meer invloed te krijgen op onze belevingswereld. Het geeft nieuwe mogelijkheden om evenwicht te vinden, creatiever te denken, om gelukkiger te zijn. Dat is het nieuwe denken ofwel het bijgestelde denken.

 

Je kernidentiteit

Niet wie of wat je bent bepaalt je kernidentiteit, maar hoe je bent.

Ergens van binnen zit iemand die je zelden laat zien. Het is je kernidentiteit die verborgen zit achter een masker met een glimlach, onverschilligheid of een andere uitdrukking die op dat moment het beste bij de situatie past. Die kernidentiteit is zo goed verborgen dat je zelf niet weet hoe je eigenlijk bent. ‘Je moet gewoon jezelf zijn’ is de goedbedoelde raad. Maar wat is dat dan, jezelf zijn?

Hoe ben je, is waar het om gaat.

Wanneer je iemand beschrijft als wie die persoon is, dan komt er een naam en nog wat gegevens zoals bijvoorbeeld een geboortedatum. Het zegt verder weinig van de persoon. Beschrijf je wat iemand is, dan komt er een beroep en andere rollen, vader, moeder. Beschrijf je hoe iemand is, dan volgt een ander verhaal. Iemand die bijvoorbeeld eerlijk is, behulpzaam, geïnteresseerd, gevoel voor humor heeft en andere beschrijvingen die veelal eigenschappen van iemand omschrijven.

Hoe ben jij?

Wanneer je jezelf omschrijft in eigenschappen, dan omschrijf je hoe je eigenlijk bent en dan even los van situaties. Met de eigenschappen waarvan je vindt die je hebt,  beschrijf je wie daar binnen zit. Je kernidentiteit.

En stel daar komt een beeld uit zoals: creatief, open, eerlijk, belangstellend, enz. Dan heb je beschreven hoe je bent als je goed en in evenwicht bent, los van situaties.

Je beschermt jezelf

Was je altijd maar zo. Waren alle mensen maar zo. Chagrijnig zal niet in het lijstje staan. Bot, egoïstisch en ongedurig ook niet. Dat lijkt logisch, want je zal maar…… En vervolgens worden allerlei situaties beschreven. Zo lijkt het de situatie te zijn die bepaalt of je gewoon jezelf kan zijn.

Situaties/gebeurtenissen roepen gedachten op en die bepalen jouw reactie

‘Is er wat?’ ‘Nee hoor’ terwijl het van binnen rommelt. Maar je laat niet zien dat je ermee zit. Dat gebeurt van binnen. Zo bescherm je jezelf en dat doe je met gedachten.

Deze gedachten bevinden zich tussen al die gedachten die we door de dag heen hebben. Dit soort gedachten, of misschien beter gezegd deze kerngedachten, zijn de volgende.

  1. Niet te beantwoorden vragen. We stellen ons een levenlang vragen. Variërend van gewone praktische vragen tot levensvragen. Bij elke vraag staan we stil en wordt een gedachteproces op gang gezet, op zoek naar het antwoord. Niet te beantwoorden vragen zijn de vragen die we onszelf stellen, maar waar we geen antwoord op kunnen vinden, ook al denken we nog zolang na.
  1. Toekomstgerichte overtuigingen. Denken iets zeker te weten wat over de toekomst gaat, terwijl de toekomst (nog) niet bestaat.
  1. Niet herkende fantasiegedachten. Het onbewust bedenken van één mogelijkheid en dat als weten ervaren.
  1. De mensen in je denken. Mensen waar je niet aan wilt denken, maar toch doet. Geef ze de plaats in je denken die ze verdienen.
  1. Je geeft jezelf een opdracht ‘ik moet’. Wil je dat echt? Past dat bij jou? Stilstaan bij een opdracht die je herkent geeft je die keuze.
  2. Dikwijls het einde van een denkproces. Soms een lang en intensief denkproces. Op grond van welke (kern)gedachten neem je het besluit?

‘Ik ga niet in op als-danvragen’

Vervolg op Bestuurscultuur wordt gevormd door de gedachten die rondzingen

Tweede Kamer, 76e vergadering donderdag 21 april 2022

Aan de orde is het debat over de opvang van Oekraïense vluchtelingen.

De als-danvraag van de heer Markuszower (PVV)

Kan de staatssecretaris uiteenzetten wanneer er sprake zou zijn van zo’n noodsituatie, welke groepen en hoeveel er dan binnen zijn gekomen? Geldt dat alleen voor bijvoorbeeld de Oekraïense vluchtelingen die nu komen, of geldt dat ook als er enorme hoeveelheden asielzoekers uit verre oorden binnen blijven komen? Kan de staatssecretaris — het is een als-danvraag — aangeven in welk scenario hij of het kabinet wel die noodwet gaat inzetten en dus privaat eigendom zou kunnen vorderen?

De reactie van Staatssecretaris Van der Burg:

Wat er gebeurt, is dat er door verschillende Kamerleden wordt gezegd: als, als, als, als … Dan kan ik ervoor kiezen om het botte antwoord te geven dat ik op geen enkele vraag reageer die het woord “als” bevat. Dat doe ik niet. Wat ik doe, is proberen zo goed mogelijk een gesprek te hebben. Dat had ik met mevrouw Kröger, maar dat geldt natuurlijk voor de hele Kamer. Vervolgens zijn er sommige Kamerleden die het “als, als, als” op een negatieve manier gaan uitleggen. Het moge duidelijk zijn dat ik anders in de wedstrijd zit dan sommigen van u. Dat kan; dat noemen we democratie.

De standaardtekst is: als-danvragen zou je niet moeten beantwoorden.  Scenario’s in de zin van “als, als, als” heb ik nu niet.

Is hij de enige die dat vindt?

Wanneer je er op let dan kun je ook van Marc Rutte de uitspraak horen: ‘ik ga niet in op als-danvragen. ‘Ook veel Kamerleden hebben dit overgenomen. Het lijkt er dus op dat deze reactie onderling is afgesproken. Het begrip als is door de politiek in de ban gedaan. Een cordon sanitaire.

Wat zijn als-danvragen?

Als-danvragen over de toekomst, zoals in het voorbeeld het geval is, roepen een mogelijk scenario op. Voorbeelden. ‘Als er nu iets heel anders gebeurt? Als er veel meer vluchtelingen komen? Als het uit de hand loopt? Als het draagvlak wegvalt?’ 

Als-vragen vallen net als stel dat en misschien onder de kerngedachte niet herkende fantasiegedachten.

Niet herkende fantasiegedachten: elke toekomstgerichte gedachte is een fantasie. Elke fantasie is 1 mogelijkheid. Als je dat weet kun je meer mogelijkheden bedenken. 5+1.

Wat levert het in de ban doen van als-danvragen op?

Er is nog maar 1 scenario, (mogelijkheid) omdat als-danvragen weg zijn. Alles blijft daardoor overzichtelijk voor de verdediger van het scenario. Het blijft binnen het kennisgebied van de verdediger van het scenario. Het debat blijft inhoudelijk binnen de kaders van het ene scenario. De Oppositie wordt daarmee monddood gemaakt. Het debat gaat sneller en blijft binnen de bandbreedte van de verdediger van het ene scenario.  

Wat is de prijs van het in de ban doen van als?

Kritische vragen verdwijnen. De verdediger van het scenario staat niet  open voor alternatieven voor het ene scenario, Een creatieve manier van denken wordt onderdrukt.

Andere geluiden worden onderdrukt. Het in de ban doen van als-danvragen gaat ten koste van het overzicht. (Immers de toekomst bestaat uit vele mogelijkheden die door als-danvragen voor een deel zichtbaar kunnen worden gemaakt). Dit besef is met het cordon sanitair van de als-danvragen niet aanwezig. Door als-danvragen als negatief te bestempelen kan een koppeling plaatsvinden tussen de persoon en de uitspraken. Negatief dus. Tot slot gaat het evenwicht in de communicatie weg, omdat er restricties zijn voor de wijze van communiceren. ‘Ik ga niet in op een als-danvraag’.

‘Als de norm is om als-danvragen in de ban te doen dan kan dit toch elk onderwerp raken?’. Tegelijkertijd is dit een als-vraag waar je dus geen antwoord op krijgt.

Als een bedrijf een cordon sanitair heeft van de ‘als-danvragen’

Een bedrijf kan kapot gaan wanneer als-danvragen ook daar in de ban zijn. De medewerker of leidinggevende die zich hardop afvraagt of het beleid in het bedrijf wel de goede koers vaart. Elke als-danvraag wordt afgekapt en als negatief gezien. Positief denken, dan komen we er wel.

Voorbeeld. Het concept was nieuw en interessant. Er werd veel geïnvesteerd in tijd en geld. Allemaal dezelfde kant opkijken. Geloven in wat je doet. Voor als-danvragen was ook daar geen ruimte.

Het lukte niet. Het concept (scenario) sloeg niet aan. Alternatieven en een kritisch geluid waren er niet. Einde verhaal.

Het gezin

De vakantie naar het zonnige zuiden.

Als het veel regent. Wat doen we dan? 

Het regent daar nooit zo lang. Niet zo negatief.

Het kind

Zo, goed debat gehad over vluchtelingen. Hoe is met mijn kleine meid?

De andere kinderen vinden mijn kleren niet leuk.

Niets van aantrekken.

Als ze me dan gaan pesten?

Dat is een als-danvraag.

Daar gaan papa en mamma niet op in.