Kant stelt dat de mens een autonoom wezen is.
Dat het geweten van een mens ervoor zorgt dat de mens zelf kan weten wanneer hij iets goed of iets fout doet.
Hij noemt dit het zuivere ik. Vanuit het Gedachten Analyse Programma (GAP) is het zuivere ik van Kant de kernidentiteit. Degene die iemand van binnen is, maar door zelfbescherming zelden laat zien.
Het zijn bepaalde gedachten, de zes kerngedachten, waarmee de mens dit doet. Het houdt de mens tegen om autonoom en oorspronkelijk te zijn en maakt hem een product van zijn omgeving waarin de mens bezig blijft met overleven. De moraal die Kant ziet als instrument om het zuivere ik te bereiken en te bewaren vraagt van de mens een actieve houding in omgaan met behoeften, gedrag, manier van reageren en een wijze van praten.
Bij Kant is het meer een cognitief verhaal van het aanleren van regels. Dus geboden.Daar is er ook een andere richting met het GAP. Dat richt zich meer op het leren herkennen en bevrijden van belemmeringen voor de kernidentiteit.
Het GAP gaat in dat opzicht ook verder
Het gaat tot de grenzen van de rede en het weten en maakt, met de herkenning, elke keer de grenzen van het kunnen weten zichtbaar. Hierdoor ontstaat een terugkerend inzicht, wat overgaat in het ‘weten’ zonder woorden. Zonder de rede. Zonder de taal.
Dan staat het zuivere ik van Kant tegenover het zijn van het GAP. Het bewust zijn van de drie grenzen en daardoor het bewust niet weten brengt de mens in evenwicht met de positie in tijd en met de positie van persoon. Zonder dat je het echt wilt, ben je soms gemeen, jaloers, onaardig, stug, chagrijnig, afstandelijk, ongeduldig enz.
Je doet dit zelf, dikwijls met één gedachte
Zo ervaren we het meestal niet, want het is toch logisch dat ik zo reageer en we koppelen het aan een situatie. Aan een persoon, het werk, het weer en het leven.
Maar als je de keuze zou hebben? Zou je dan niet liever vrijer willen leven? Niet zo afhankelijk en beïnvloedt door situaties? Niet dat je dan koud of ongevoelig wordt, maar gewoon wat evenwichtiger. Als je dat eigenlijk allemaal niet wilt zijn, ongeduldig etc. dan zeg je al iets van jezelf, van hoe je eigenlijk bent.
Hoe we zijn koppelen we aan situaties
Dat ben ik niet, maar de situatie zorgt ervoor. Dan komt de vraag: hoe zou je willen zijn, los van situaties. Hoe zou je eigenlijk willen zijn, maar dan in eigenschappen? Dan kan je een opsomming geven van al die eigenschappen die jij belangrijk vindt. Ook die je al hebt.
Dat totaal van eigenschappen, het beeld dat dan ontstaat, dat ben jij dus los van situaties. Dat is je kernidentiteit. En zo gauw er ook maar iets gebeurt, kan die kernidentiteit zo maar weg zijn. Verscholen achter gedachten en beschermd door het brein.
Het zuivere ik van Kant
Immanuel Kant schreef dat wij iets in ons hebben, dat van nature al weet wat goed en slecht is, zonder dat we daar al regels voor geleerd hebben, het zuivere ik.
Maar hoe bewijs je het bestaan ervan. Wat zou het makkelijk zijn als we een formule hadden waarmee we sluitend konden bewijzen dat ieder mens een zuiver ik heeft.
Kant beschrijft dat je de aanwezigheid van het zuivere ik voelt in een onberedeneerde, ethisch juiste keuze. Bijvoorbeeld dat het al in je zit dat je weet dat je niet zomaar van iemand kan stelen.
De kernidentiteit van Gedachtenanalyse
Je kernidentiteit stel je zelf vast en dat doe je in eigenschappen. Je stelt zelf vast hoe je eigenlijk bent en daarmee komt het autonome overeen met wat Kant stelt.
We kunnen onze kernidentiteit meer kans geven om zich te manifesteren door aan de gang te gaan met de cocon van gedachten die eromheen zit.
Het bestaan van de kernidentiteit bewijzen is ook onmogelijk omdat je nu eenmaal niet kunt bewijzen dat je volkomen jezelf bent.
De kerngedachten
Logica, meten en bewijs zijn alleen van toepassing op de kerngedachten. Door het bestaan ervan aan te tonen, kunnen zij veranderen of verdwijnen. Veranderen van zekerheid naar mogelijkheid en verdwijnen omdat ze niet aansluiten op de werkelijkheid waardoor de kernidentiteit als vanzelf overblijft.
Het is de gedachte die gekoppeld is aan de herinnering en die gedachte bepaalt hoe je de vroegere herinnering ervaart.
Het is de gedachte die angst oproept voor de toekomst en het is de gedachte die ons laat reageren en laat zijn, zoals we onszelf neerzetten. Dus niet zoals we eigenlijk zijn, maar zoals we ons neerzetten.
Het zijn gedachten die ons tegenhouden, om tot het zuivere ik van Kant te komen oftewel de kernidentiteit van Gedachtenanalyse.
Het grootste probleem is dat we zoveel gedachten hebben
Van ‘s morgens vroeg totdat we inslapen cirkelen er duizenden door ons hoofd. Toch kun je in die duizenden losse gedachten, vaste, terugkerende elementen herkennen. Dat zijn de zes kerngedachten.
De invloed van die kerngedachten op je denken is groot, want het zijn er nogal wat die een mens op een dag heeft. Als je er een tijdje alert op bent, dan kun je ze gaan horen.